In vrijwel elke discussie rondom de sloopregeling komt de uitstoot van schadelijke stoffen door auto’s aan de orde. Wat zijn precies die schadelijke stoffen en hoe schadelijk zijn ze?
CO (koolstofmonoxide, koolstofmono-oxide, koolmonoxide) is een verbinding tussen koolstof en zuurstof. Dit gas ontstaat onder meer door onvolledige verbranding van koolstof, fossiele brandstoffen of andere brandbare stoffen die koolstofverbindingen bevatten. Koolmonoxide is giftig, kleurloos en reukloos.
CO2 (koolstofdioxide, kooldioxide of koolzuurgas) is een kleurloos en reukloos gas dat van nature in de atmosfeer voorkomt en niet giftig is. Het wordt gevormd bij (volledige) verbranding van het in fossiele brandstoffen aanwezige koolstof. De CO2-emissie van voertuigen is daarom evenredig met het brandstofverbruik.
De concentratie CO2 in de atmosfeer neemt jaarlijks nog steeds toe. Dat komt door het grootschalige gebruik van fossiele brandstoffen, maar ook ontbossing speelt hierbij een rol. Groene planten zetten koolstofdioxide namelijk weer om in zuurstof. De toename van CO2 speelt een belangrijke rol bij de opwarming van de aarde.
VOS (vluchtige organische stoffen) zijn een verzameling van koolwaterstofverbindingen die makkelijk verdampen, zoals componenten van brandstoffen en oplosmiddelen. Vluchtige organische stoffen ontstaan in de natuur, maar ook het verkeer en de chemische industrie zijn bekende bronnen. Het relatief hoge aandeel van personenauto’s in de VOS-emissies wordt verklaard uit de verdamping van benzine uit het brandstofsysteem van voertuigen.
Vluchtige organische stoffen zijn gerelateerd aan verschillende milieuproblemen, waaronder smog en verzuring. Sommige van deze stoffen kunnen schadelijke effecten op de menselijke gezondheid hebben.
NOx (stikstofoxiden) is een verzamelnaam voor verbindingen tussen zuurstof en stikstof. Relevant in dit verband zijn:
– NO (stikstofmonoxide) is een gas dat onder andere ontstaat bij verbrandingsprocessen in auto’s en elektriciteitscentrales. In de lucht reageert NO snel met zuurstof tot stikstofdioxide (NO2).
– NO2 (stikstofdioxide) is een giftig, roodbruin gekleurd gas dat zwaarder is dan lucht. NO2 ontstaat door uitstoot van elektriciteitscentrales, zware industrie en wegtransport, evenals door verbranding van biomassa. Ook bij bliksem wordt het geproduceerd. Het reageert heftig met andere stoffen. In aanwezigheid van lucht kan het veel metalen aantasten. Een combinatie met water levert salpeterzuur op. Wanneer NO2 wordt opgenomen in het menselijk lichaam kunnen longbeschadigingen optreden. Ook de rode bloedlichamen worden door dit gas aangetast, met als gevolg minder zuurstofopname.
NO2 en NO ontstaan in benzine-/LPG- en dieselmotoren en in mindere mate in aardgasmotoren.
– N2O (distikstofoxide) ontstaat vooral bij een onvolledige omzetting van NOx in stikstof. Bij auto’s is dat vooral tijdens de opwarmfase van driewegkatalysatoren. Bij de nieuwste generatie katalysatoren is dit probleem echter voor een belangrijk deel opgelost.
PM10 (fijnstof) is de verzamelnaam van in de lucht zwevende deeltjes, die kleiner zijn dan 10 micrometer. Fijnstof bestaat uit deeltjes van verschillende grootte, herkomst en chemische samenstelling. Uit epidemiologische en toxicologische gegevens blijkt dat fijnstof bij inademing schadelijk is voor de gezondheid. Bijna 80% van de emissie van fijnstof door verkeer en vervoer ontstaat bij de verbranding van dieselolie; de rest is afkomstig uit slijtage van wegdek, banden, remvoeringen en bovenleidingen en dergelijke.
Uitstoot door het verkeer (door de jaren heen)
Tussen 1990 en 2007 heeft de groei van de CO2-emissie door het wegverkeer ongeveer gelijke tred gehouden met de groei van het aantal voertuigkilometers.
In diezelfde periode is de gemiddelde verbrandingsemissies van PM10 per voertuigkilometer van personenauto’s met 67% gedaald. De totale emissie door het wegverkeer halveerde. Dit wordt uitgedrukt in het uitgestoten gewicht van de stofdeeltjes.
Ook de gemiddelde verbrandingsemissies per voertuigkilometer door personenauto’s van CO en VOS zijn met respectievelijk 73 en 86% verminderd. De gemiddelde emissie per voertuigkilometer van NOx door personenauto’s is sinds 1990 gedaald met bijna 80%. Die dalende lijn is ook terug te zien in de emissies door het totale wegverkeer (zie tabellen).
Deze resultaten kunnen met name op het conto geschreven worden van de driewegkatalysator, die sinds eind jaren tachtig als gevolg van emissienormstelling zijn intrede deed bij auto’s op benzine en LPG. De nieuwste generatie dieselauto’s is voorzien van een oxidatiekatalysator.
De onderstaande tabellen tonen de ontwikkeling van de verschillende soorten emissies door de jaren heen. Ook wordt het aandeel van het wegverkeer in het totaal van de emissies duidelijk.
Emissies in miljoen kg
CO | |||
totaal | wegverkeer | ||
abs | abs | % | |
1990 | 1091 | 667 | 61,1% |
1995 | 824 | 463 | 56,2% |
2000 | 673 | 355 | 52,7% |
2005 | 583 | 284 | 48,7% |
2006 | 573 | 271 | 47,3% |
2007 | 555 | 254 | 45,8% |
1990-2007 | -49,1% | -61,9% |
CO2 | |||
totaal | wegverkeer | ||
abs | abs | % | |
1990 | 167300 | 23400 | 14,0% |
1995 | 177800 | 25300 | 14,2% |
2000 | 180200 | 29100 | 16,1% |
2005 | 189500 | 31300 | 16,5% |
2006 | 185100 | 31600 | 17,1% |
2007 | 185600 | 32300 | 17,4% |
1990-2007 | 10,9% | 38,0% |
VOS | |||
totaal | wegverkeer | ||
abs | abs | % | |
1990 | 462 | 163 | 35,3% |
1995 | 322 | 98 | 30,4% |
2000 | 228 | 60 | 26,3% |
2005 | 176 | 40 | 22,7% |
2006 | 171 | 37 | 21,6% |
2007 | 169 | 33 | 19,5% |
1990-2007 | -49,1% | -61,9% |
NOx | |||
totaal | wegverkeer | ||
abs | abs | % | |
1990 | 645 | 240 | 37,2% |
1995 | 551 | 184 | 33,4% |
2000 | 509 | 164 | 32,2% |
2005 | 467 | 133 | 28,5% |
2006 | 451 | 125 | 27,7% |
2007 | 430 | 117 | 27,2% |
1990-2007 | -33,3% | -51,3% |
PM10 | |||
totaal | wegverkeer | ||
abs | abs | % | |
1990 | 81 | 16 | 19,8% |
1995 | 61 | 12 | 19,7% |
2000 | 52 | 10 | 19,2% |
2005 | 45 | 9 | 20,0% |
2006 | 45 | 8 | 17,8% |
2007 | 45 | 8 | 17,8% |
1990-2007 | -44,4% | -50,0% |
Bron: CBS
Uitstoot door het verkeer(per wegtype)
Binnen de bebouwde kom
CO, VOS en in mindere mate PM10 worden door wegvoertuigen vooral binnen de bebouwde kom uitgeworpen. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de manier van rijden (veel optrekken en afremmen) en anderzijds door het effect van een nog koude motor. Bij auto’s met een katalysator is deze laatste oorzaak de belangrijkste, omdat bij een koude motor de katalysator nog niet werkt.
Autosnelwegen
Stikstofoxiden (NOx) ontstaan juist vooral onder invloed van een hoge motortemperatuur. Dit proces vindt daardoor relatief meer plaats bij hoge snelheden (autosnelwegen). Door toepassing van de driewegkatalysator (voor benzine- en LPG-motoren) en uitlaatgasrecirculatie (voor diesel) worden de NOx-emissies echter aanzienlijk gereduceerd.
Beleid, wet- en regelgeving
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)
De afgelopen decennia is de luchtkwaliteit sterk verbeterd. Desondanks voldoet Nederland op dit moment niet overal aan de Europese norm voor fijnstof (PM10). En waarschijnlijk haalt Nederland ook de EU-norm voor stikstofdioxide (NO2), die vanaf 1 januari 2010 geldt, op sommige plaatsen niet. Deze lokale overschrijdingen worden voornamelijk veroorzaakt door het wegverkeer en de landbouw.
Het niet halen van de normen voor PM10 en NO2 is om twee redenen zorgwekkend. Allereerst omdat in het algemeen een verbetering van de luchtkwaliteit een positieve invloed heeft op de gezondheid en levensverwachting van de Nederlandse bevolking. Daarnaast belemmert het niet halen van de normen de ruimtelijke ontwikkeling op een lokaal niveau, met een stagnatie van de Nederlandse economie tot gevolg. Om dat te voorkomen is heeft het kabinet Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) opgesteld om de luchtkwaliteit aanzienlijk te verbeteren.
Het NSL is de kern van de Wet Luchtkwaliteit, die met ingang van 15 november 2007 van kracht is geworden. In gebieden waar de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (zogenoemde overschrijdingsgebieden) gaan overheden in gebiedsgerichte programma’s de luchtkwaliteit verbeteren. Het NSL is een bundeling van alle gebiedsgerichte programma’s en alle rijksmaatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Het NSL bevat alle maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren en alle ruimtelijke ontwikkelingen die de luchtkwaliteit verslechteren.