UTRECHT – Op tenminste dertien plaatsen in de stad Utrecht is de luchtkwaliteit slechter dan gedacht, en slechter dan de wettelijke norm. Dat blijkt uit metingen van het onafhankelijke luchtadviesbureau Blauw. Utrechters die langs drukke wegen werken of wonen kunnen daardoor gezondheidsproblemen krijgen.
Het ergst is de situatie op het busstation. Het aantal vieze deeltjes in de lucht is daar gemiddeld tweeënhalf keer zo hoog als toegestaan. Volgens professor Bert Brunekreef van de Universiteit van Utrecht is dat zo slecht, dat zelfs mensen die er maar kort zijn, een verhoogd risico lopen. ,,Kortdurende blootstelling kan leiden tot luchtwegvernauwing, te vergelijken met astma-aanvallen, maar ook tot veranderingen in het functioneren van hart en bloedvaten. Dat kan in extreme gevallen leiden tot hartinfarcten,” stelt hij.
Vooral in de spits is de vervuiling een probleem. Brunekreef merkt op dat de situatie overdag nog slechter is dan het gemiddelde aangeeft: ,,Dan is er immers veel verkeer en zijn er ook veel mensen.”
Uit studies blijkt volgens Brunekreef een relatie tussen hartinfarcten en luchtverontreiniging door verkeer. Ook lawaai en stress spelen mee. De buschauffeurs die in het hokje in het busstation dagelijks een bakje koffie drinken, lopen helemaal een risico.
Ook andere Utrechters lopen gevaar, vooral mensen die langs drukke wegen wonen. De meetresultaten op de Weerdsingel, Marnixlaan, Bleekstraat en Graadt van Roggenweg zitten ver boven de norm. De lucht is daar bijna anderhalf keer viezer dan toegestaan. De gevolgen voor de gezondheid zijn bewezen. Brunekreef: ,,De luchtverontreiniging heeft invloed op onze levensverwachting. Dat kan oplopen tot ongeveer een jaar korter leven op de meest verontreinigde plekken.”
Buro Blauw, een onafhankelijk wetenschappelijk bureau, deed de metingen in opdracht van de politieke partij SP. Dertien van de twintig metingen rond drukke wegen kwamen uit boven de landelijke eisen. SP-Raadslid Michel Eggermont vergeleek de metingen met cijfers van de gemeente. Hij stelt dat de gemeentelijke berekeningen niet kunnen kloppen. Eggermont: ,,Dit toont eindelijk eens wetenschappelijk aan, dat de gemeente op z’n minst creatief omgaat met de cijfers.” Hoewel het college het rapport al heeft kunnen inzien, wil het pas reageren als het officieel is aangeboden. (WOUTER VAN WIJK)