Onderzoek van TNO heeft uitgewezen dat de categorie bedrijfswagens waarvoor binnensteden of dorpscentra taboe zouden worden, niet veel vervuilender zijn dan nieuwere types. Deze stoten ook nog behoorlijk wat stikstofdioxide (NO2) uit. Als ook de nieuwere bestelauto’s worden geweerd, zou het merendeel van deze auto’s de milieuzones niet meer in mogen.
Omdat dit niet wenselijk is, worden de milieuzones voor bestelauto’s nu op de lange baan geschoven. Over een paar jaar wordt bekeken of de zones er alsnog kunnen komen.
Nu de invoering van milieuzones voorlopig is afgeblazen, kunnen ondernemers met bestelauto’s volgens verladersorganisatie EVO weer opgelucht ademhalen. Dit besluit bespaart hen een kostenpost van al snel 15.000 euro per bestelauto vanwege een vervroegde investering in een nieuw wagenpark.
“Een invoering van milieuzones voor bestelauto’s was hard aangekomen bij ondernemers. Nu blijkt dat de zones geen of wellicht zelfs een averechts effect hebben op de uitstoot van stikstofdioxide, is opschorting de enige juiste beslissing. Daarbij werkt het kabinet al met het bedrijfsleven aan diverse maatregelen die de luchtkwaliteit wel verbeteren. Zo is onlangs het fijnstofconvenant getekend dat zorgt voor meer nieuw verkochte bestelauto’s met roetfilter. En binnenkort komt daar de sloopregeling voor oude personen- en bestelauto’s bij”, aldus EVO in een verklaring.
EVO was al geruime tijd in onderhandeling met het Rijk, gemeenten en andere partijen uit het bedrijfsleven over een landelijk convenant dat de invoering van milieuzones voor bestelauto’s regelt. EVO was echter alleen bereid te tekenen, als ondernemers kunnen rekenen op een goede slooppremie voor hun oude bestelauto. De regeling waar het kabinet mee kwam, was voor ondernemers te mager en dus reden om de onderhandeling over het convenant op te schorten.